Ik ben het boek ‘De reünie’ door Simone van der Vlugt aan het lezen. Ik ben nu halverwege en het bevalt me wel. Ik vind de manier waarop ze schrijft, erg gedetailleerd, erg fijn. Ik heb al vaker boeken gelezen die erg gedetailleerd vertellen over hoe iets in elkaar zit enzovoort. Maar waarom behoort dit boek precies tot ‘Literatuur’?
Opbouw/structuur
Het boek dat ik aan het lezen ben is een literaire thriller. De meeste literaire thrillers zijn wat makkelijker te lezen dan literatuur. Ze hebben meestal wel een chronologische volgorde. Maar in het boek dat ik lees, is dat niet het geval er wordt veel afgewisseld met de tijden. Het ene moment is de hoofdpersoon gewoon in het heden: “De wind blaast mijn haren in mijn gezicht en snijdt me nu en dan de adem af.”
Het andere moment staat er een terugverwijzing naar het verleden van de hoofdpersoon:
“Jaren geleden heb ik hier in de buurt op school gezeten. Ik fietste iedere dag tien kilometer heen en terug, soms met de zeewind in mijn rug, meestal pal tegen de wind in.”
Door het verhaal heen staan er veel terugverwijzingen, dat is me erg opgevallen. Dit kan soms een beetje verwarrend zijn, maar naarmate je doorleest, merk je wel weer over welke tijd het gaat.
Taalgebruik
Zoals ik in het begin al heb laten weten, hou ik ervan als de auteurs gedetailleerd schrijven. Simone van der Vlugt doet dat dan ook erg nadrukkelijk in De reünie. Een paar voorbeelden.
“Ik loop naar de keuken, leg de broodplank neer, haal een schaaltje aardbeien uit de koelkast, vis twee boterhammen uit de zak bruin brood en maak mijn gebruikelijke lunch.”
“Ik draag mijn lichtbruine, steile haar nog steeds tot op mijn schouders, gebruik nauwelijks make-up, op wat oogpotlood en mascara na, en mijn smaak wat kleding betreft is ook niet erg veranderd.”
Je ziet hier dat ze elk klein detail goed beschrijft en dit geeft mij een goed beeld van wat er zich nou eigenlijk in het verhaal afspeelt, naast de informatie die de dialogen mij geven.
Perspectief
In het verhaal is er niet echt gespeeld met het perspectief, wat best jammer is. Het zou bijvoorbeeld ook fijn zijn als het verhaal bij de flashbacks/terugverwijzingen bekeken werd vanuit een ander perspectief.
Het verhaal begint gelijk al met de ik-vorm. Vrij simpel te herkennen doordat ze simpelweg het woord ‘ik’ gebruikt:
“Ik sta op de strandopgang, mijn handen in de zakken van mijn suède jasje gestoken en kijk naar de zee.”
“Er wordt over me gepraat. Niet openlijk, maar achter mijn rug.”
Er wordt althans in het proloog wel vanuit een ander perspectief gekeken. Er wordt gesproken over een hij/zij- personaal.
“Het laatste stuk fietst ze alleen. Ze zwaait lang naar haar vriendin en concentreert zich dan op de weg die voor haar ligt. Ze zingt zachtjes voor zich uit, haar rug recht, haar blik onbezorgd.”
In het proloog gaat het over het vermiste meisje, dit is het deel wat mij nieuwsgierig maakte.
Naar aanleiding van wat ik tot nu toe heb gelezen bevalt me het boek erg. Ik kijk er naar uit om verder te lezen.
Door Jalda.
Hoi Jalda, ik ben blij dat het boek je bevalt, maar ik lees niet echt duidelijk een standpunt over de literaire kwaliteit van het boek. Je hebt het over taalgebruik en vertelt over de details, aan de andere kant is het wel eenvoudig taalgebruik, dat is dan wat minder literair.
BeantwoordenVerwijderen