Opdracht 2 - Laatste schooldag

Om aan te tonen dat mijn boek ‘Laatste schooldag’ literatuur is, heb ik twee criteria uitgekozen die duidelijk in het boek voorkomen. Dit zijn opbouw/structuur en verhaalverloop.

In tegenstelling tot een lectuur is dit boek opgebouwd uit verschillende verhalen en verhaallijnen, namelijk de herinneringen van de hoofdpersoon over zijn collega’s. Deze verhalen zijn allemaal losse momenten in zijn leven en dus niet chronologisch.

‘Het was een zondagavond. Oscar en Laura hielden zich schuil op hun slaapkamer.’ (ereprijs)

‘Later, als ze over de gebeurtenissen spraken – en ze spraken er sinds Eric’s schorsing dagelijks over in café Marktzicht – , waren ze vooral verbaasd dat de dingen zo’n onverwachte wending konden nemen. (Een evenwichtig bestaan)

De verhaalloop is het tweede criterium. Meestal als je iets leest kun je het einde wel raden, maar bij deze verhalen kon ik dat meestal niet doen. Ze waren erg onvoorspelbaar en origineel. Een voorbeeld hiervan is ‘Fraude’. In dit verhaal was een leraar verliefd op een leerlinge. Ze hadden al een tijdje een relatie en de leraar gaf haar zelfs de antwoorden van het Frans examen. Dan maakt zij het uit en wordt hij depressief. Hij denkt dat hij nooit meer gelukkig kan worden en vraagt zich alleen maar af hoe dit had kunnen gebeuren. Aan het einde van het verhaal, terwijl hij zijn ex-vriendin bespied en eindelijk weer een keer glimlacht, wordt hij overreden door een trein.