zondag 22 september 2013
Milads uitwerking van opdracht 2 (via mail van vrs).
Ik lees op dit moment "Bor" en ik heb het boek bijna uit.
Ik heb de volgende 2 criteria uitgekozen om uit te leggen dat "Bor" een literaire boek is, en geen lectuur.
Verhaalloop:
Het boek is (tot nu toe) zeer onvoorspelbaar, op momenten waar je denkt dat hij een bepaalde actie onderneemt, dan gebeurd er juist het tegenovergestelde, en dan wordt de lezer verbaast maar de schrijver doet alsof er niks bijzonders is gebeurd en gaat gewoon verder. In de volgende citaat wordt dit goed zichtbaar, Bor is bij een feetje van zijn vader's oud-collega's en komt een mooie jonge dame genaamd Claudia tegen met een aantrekkelijke lichaam. Terwijl Bor en Claudia aan het dansen zijn gebeurd het volgende;
"onvoorstelbaar dichtbij smoezelt ze in mijn oor of ik mee ga naar haar auto. Mijn slaat driemaal over. 'Wat is het voor een auto?' vraag ik alsof dat ertoe doet. 'een Mini, lekker knus' Ik val in een ijskoud bad. Verkramp op slag. Knus. Wat is dat toch een ongelofelijk rotwoord. 'Kijk, mijn pa wil er vandoor. Het spijt me,' roep ik paniekerig en ruk me los uit Claudia's verwurging Met geweld maak ik me opnieuw los en spurt naar mijn vader 'Kom ouwe,' zeg ik, 'We moeten gaan.' " ( blz. 38-39)
Iedereen had verwacht dat Bor mee zou gaan met Claudia, maar met een onduidelijke reden heeft hij die paniekerig afgewezen. Terwijl Bor aantal keren in het verhaal verteld hoe erg hij verleidt werd door Claudia's lichaam en hoe mooi hij haar vond. Verder in de tekst wordt er niet meer teruggekeken op deze gebeurtenis wat mij wel heeft verbaasd, behalve op één moment wanneer Bor (de ik-figuur) aan het denken is aan wie hij dit bijzondere verhaal zou kunnen vertellen, maar hij denkt dat iedereen hem hierdoor belachelijk gaat maken, en houdt het voor zich, en na dat moment was alles "vergeten".
Taalgebruik
zoals ik al zei wordt het boek uit het perspectief geschreven van Bor, Bor is 17 jaar en zit op de havo, wanneer hij mensen, objecten of gebeurtenissen omschrijft gebruik hij heel vaak de taalgebruik die wordt toegepast door normale 17-jarige jongens. De volgende citaten laten dit goed zien, al deze drie citaten behoren niet in een dialoog, maar zijn omschrijvingen of inzichten van zijn perspectief die hij deelt met de lezer;
"Ik begrijp geen hol van wat ze zegt."
"Dat ze iedere droogneuker stuk voor stuk een moment zou opvrijen met een of ander lulpraatje"
"En dat ik queruleer of zo. Bij ons op de club noemen we dat gewoon de boel opnaaien."
Ook al is de schrijver van het boek, Joris Moens, geen 17 jaar, zijn schrijftaal in dit boek zorgt er alsnog voor dat de lezer denkt dat het boek is geschreven door een 17-jarige scholier. In plaats van simpele, eenvoudige zinsconstructies te gebruiken, gebruikt hij een meer gecompliceerde zinsconstructies waar "jongeren taal" erg van toepassing is. Dit geeft het een creatieve beeldspraak dat erg past in de context van het boek.
O.a deze twee criteria zorgen ervoor dat dit boek een literair boek is en geen lectuur.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Milad, je onderbouwt je uitspraken met goede voorbeelden/citaten. Ik schrik wel van je werkwoorden. Let op je spelling! Ook de lidwoorden gaan niet altijd goed.
BeantwoordenVerwijderen