vrijdag 20 september 2013

Uit het Paradijs opdracht 2

Het boek dat ik lees heet Uit het Paradijs’ en is geschreven door Nelleke Noordervliet. Ik heb het boek nog niet uitgelezen.

Perspectief
In dit boek zijn er verschillende perspectieven. Soms is er een ik-perspectief en dan een paar hoofdstuk later is het opeens een hij/zij perspectief. In het begin van het boek denk je alleen dat het over de hoofdpersoon gaat en dat het verhaal alleen uit zijn ogen wordt vertelt in een ik-perspectief. Dit komt door hoe het boek begint “Ik heb mijn moeder gezien”. Je verwacht ook dat het zo blijft. Maar als er meer flashbacks van vroeger worden vertelt, is er meestal een hij/zij-perspectief. In het midden van het boek verandert het perspectief en wordt het verhaal door de ogen van de moeder vertelt. Dat is niet geheel onverwachts omdat aan het eind van het vorige hoofdstuk wordt gezegd “ga maar eens in haar schoenen staan”. Na dit hoofdstuk wisselt het af tussen de perspectieven.

Taalgebruik
Tegenwoordige en verleden tijdsvormen wisselen vaak af, maar het is niet dat de schrijver de tegenwoordige tijd gebruikt voor het heden en verleden tijd voor het verleden. Ook is er soms beeldspraak "Het leven draag een latex badpak en kan op de schouders van waterskiënde mannen staan, het haar als een banier achter zich aan wapperend; het draagt rouge en lipstick en danst in een strapless toiletje; het heeft aardige ouders en grappige neefjes - het leven ziet fraaie zonsondergangen." Ook wordt er soms Vlaams  of Frans gesproken omdat de nieuwe familie van David en zijn moeder in België woont. Voorbeeld:
“‘Ge zijt een kwaaddenker.’
‘Beter dan een kwaaddoener.’
‘Ge gaat wel ver gij.’”
Door dit zie het verschil in ruimte omdat je merkt dat de hoofdpersoon niet meer in Nederland is maar in België.

Structuur
Het verhaal is niet-chronologisch omdat het verhaal soms terug gaat in de tijd doordat er herinnerringen worden opgehaald aan vroeger. Het boek heeft duidelijke flashbacks en soms terugverwijzingen naar vroeger. Het boek heeft ook twee duidelijke verhaallijnen, een van David en een van z’n moeder. Door dit begrijp je verhaal beter dan als het verhaal alleen werd vertelt door David. Dan zou je niet weten hoe de moeder zich zou voelen en zou je haar anders bekijken.

1 opmerking:

  1. Beste Marjam, je beschrijft de termen duidelijk, maar .... maken ze je boek nou wel of niet literair? Ik denk van wel, maar dat zeg je niet echt duidelijk, die conclusie moet ik zelf trekken.
    Let op je spelling, vooral de werkwoorden.

    BeantwoordenVerwijderen