Op dit moment ben ik druk bezig om het boek ‘ Meisje in het
veen’ te lezen. Hoewel ik nog niet heel
ver in het boek ben, ben ik ver genoeg om te bepalen of dit boek meer weg heeft
van literatuur of lectuur.
Taalgebruik
Gelijk vanaf bladzijde 1 gebruikt Kees van Zomeren moeilijke woorden en zinsconstructies.
Gelijk vanaf bladzijde 1 gebruikt Kees van Zomeren moeilijke woorden en zinsconstructies.
“Ik had een lijk gevonden, ik fietste over de hei en ik zag mezelf fietsen, een nietige verschijning in het Drentse land, kruimelig en zwart, de laatste turfwinnerij, de laatste leegte, onherroepelijk op weg van het ene punt naar het andere, van ontdekking naar onthulling.”Zoals dit citaat al laat zien zijn de zinnen in dit boek lang en geven ze veel informatie. Doordat er veel komma’s worden gebruikt blijf je maar doorlezen. De moeilijkere woorden die worden gebruikt in combinatie met de lange informatieve zinnen zorgen ervoor dat het taalgebruik van ‘ Meisje in het veen’ thuis hoort in de categorie literatuur.
Perspectief
Op het eerste gezicht lijkt het net alsof ‘Meisje in het veen’ een eenduidig
perspectief heeft, je ziet namelijk eerst alles door de ogen van de hoofdpersoon.
Maar dan verandert het perspectief. Dit wordt duidelijk in het citaat wat ik in
de vorige alinea heb gebruikt. Willem, de hoofdpersoon, ziet zichzelf
letterlijk fietsen. In het boek wordt dit extra aangeduid doordat het woord ‘zag’
schuingedrukt is. Willem treed als het ware uit zichzelf en dat voel je als
lezer ook. Dit heeft het effect dat je heel even voelt wat er echt gebeurd,
zonder de gedachten van de hoofdpersoon die door je hoofd spoken. Heel even
kijk je objectief naar de situatie, om dan vervolgens weer snel door de ogen van de hoofdpersoon te
kijken. Je zou bijna kunnen zeggen dat dit perspectief de lezer op een ander
spoor zet. Doordat het een ingewikkeld perspectief is ben ik van mening dat het
perspectief van ‘ Meisje in het veen’
meer weg heeft van literatuur dan lectuur.
Opbouw / Structuur
Het verhaal wordt verteld door middel van het ik-perspectief. Hierdoor lees je waar de hoofdpersoon Willem aan denkt, je voelt wat hij meemaakt. Hij vertelt over vroeger, dit zorgt voor de flashbacks. De grote verhaallijn, wat Willem doet nadat hij een lijk heeft gevonden, lijkt chronologisch maar doordat deze regelmatig onderbroken wordt door ontelbare flashbacks is het verhaal niet chronologisch te noemen. Deze verhaallijn gaat dus over Willem. Hij vertelt over een gebeurtenis uit zijn leven, de dag dat hij een lijk vond. Dit is de rode draad van het verhaal, hier draait alles om. Eén verhaallijn is kenmerkend voor lectuur. Dit is een contrast met het feit dat het boek niet chronologisch is, wat dan weer typisch is voor literatuur. Ik kan dan ook niet met zekerheid zeggen of de opbouw van ‘ Meisje in het veen’ meer weg heeft van lectuur of literatuur.
Opbouw / Structuur
Het verhaal wordt verteld door middel van het ik-perspectief. Hierdoor lees je waar de hoofdpersoon Willem aan denkt, je voelt wat hij meemaakt. Hij vertelt over vroeger, dit zorgt voor de flashbacks. De grote verhaallijn, wat Willem doet nadat hij een lijk heeft gevonden, lijkt chronologisch maar doordat deze regelmatig onderbroken wordt door ontelbare flashbacks is het verhaal niet chronologisch te noemen. Deze verhaallijn gaat dus over Willem. Hij vertelt over een gebeurtenis uit zijn leven, de dag dat hij een lijk vond. Dit is de rode draad van het verhaal, hier draait alles om. Eén verhaallijn is kenmerkend voor lectuur. Dit is een contrast met het feit dat het boek niet chronologisch is, wat dan weer typisch is voor literatuur. Ik kan dan ook niet met zekerheid zeggen of de opbouw van ‘ Meisje in het veen’ meer weg heeft van lectuur of literatuur.
Beste Merel, goed gedaan, duidelijk uitgelegd en goed antwoord gegeven op de vraag uit de opdracht.
BeantwoordenVerwijderen